Vogel van folie

‘Papa, de mixer zegt geen klik als ik de stokjes erin duw.’

‘Ja, dat klopt.’

Ze gelooft er maar weinig van.

‘Nou, ik hoop maar dat het goedkomt.’ 

En dat van een meisje dat gisteren nog zelfverzekerd lenzenvloeistof en bakpoeder op het aanrecht stond te roeren alsof ze stage had gelopen bij Breaking Bad.

‘Wat ben je in vredesnaam aan het maken?’ vroeg ik.

‘Papaaaaa,’ zuchtte ze. ‘Slijm. Een beetje vertrouwen.’

En ik vertrouw haar, op haar eigen chaotische, kleurrijke manier. Aan creativiteit geen gebrek. Octopussen van wol, poppetjes van regenboogkrijt. Soms kom je ‘s ochtends beneden en zit er ineens een vogel van aluminiumfolie en schilderstape in je kamerplant.

Picasso zei het al: alle kinderen zijn kunstenaars. De moeilijkheid is er een te blijven als je groot wordt.

Ik zie genoeg volwassenen om me heen die de kunst vastklampen alsof het zuurstof is. Schrijvers, muzikanten, bouwers, dromers. Allemaal mensen die hun binnenwereld niet hebben opgegeven bij de kassa van de realiteit.

Maar daartussenin, tussen tien en twintig? Da’s een gapend gat.

Puberteit is natuurlijk al een stormachtig rif om overheen te peddelen, al die onzekerheid, die hormonale branding die je zelfbeeld steeds omver surft, maar er is meer aan de hand. En ik kan het niet helpen, ik wijs met mijn zoute, oudemannenvinger richting het onderwijs.

Want je gaat me niet vertellen dat het de ouders zijn die zeggen: ‘Stop nou maar even met tekenen en knutselen, ga nou eens lekker gamen.’ Tuurlijk niet. Maar ergens tussen doorstroomtoets en eindexamenstress wordt de creatieve vlam gedoofd. School rangschikt kennis als een ladder, en de kunsten bungelen ergens onderaan, in de kelder waar het naar plaksel ruikt en waar “pretpakket” klinkt als een soort educatief scheldwoord.

En het is zo krom. Want wat geeft nou écht vreugde?

We leiden nog steeds op voor een maatschappij die al lang van vorm veranderd is. Een onderwijssysteem dat ooit ontworpen werd om fabrieken te vullen met radertjes en lopende band-denkers, kachelt rustig door alsof het nog steeds 1953 is.

Zullen we daar gewoon mee stoppen?

Natuurlijk ben ik blij dat mijn kinderen trots zijn als ze thuiskomen met een 8,2 voor eco. Maar ik voel ook wat Alfie Kohn bedoelt als hij zegt: we bestraffen met beloningen. Al die cijfers, die externe motivatie: het is alsof je een orkest dirigeert met een stopwatch in plaats van een dirigeerstok. De muziek verdwijnt.

En ja, AI is nu het grote spook in de coulissen. Waarom zouden ze zelf nog iets tekenen of schrijven? ChatGPT kan dat veel beter. Mijn dochter van dertien komt geregeld thuis met 3D-geprinte figuurtjes van school. Dolfijntjes. Olifantjes. Perfect gemaakt, zo glad als glazuur op een IKEA-taart.

Maar leven? Nul.

Geef mij maar dat vogeltje van folie. Met zijn scheve snavel en z’n veren van tape. Dat ding is echt. Uniek. Niet vervangbaar door een algoritme of een printer.

Laat mij maar elke dag struikelen over zelfgemaakt slijm, gebarsten cakejes en vogels in kamerplanten. Dat is het soort chaos waar ik in geloof.

En misschien, heel misschien, kunnen we ooit een schoolsysteem bouwen waarin die chaos niet wordt uitgeroeid, maar gekoesterd. Waarin kunst geen kelderkind is, maar een podium krijgt. Zodat kinderen kunstenaars blijven. Ook als ze groter worden.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *