‘Papa, maak eens een foto van Octootje.’
‘Waarom?’
‘Nou, hij ziet er toch leuk uit?’
‘Dat is waar. Maar moet alles wat er leuk uitziet ook vastgelegd worden?’
‘Nee, maar Octootje wel.’
‘Waarom dan?’
‘Omdat het leuk is.’
Zo gaan gesprekken met de dochter van negen vaker. Het is prachtige kinderlogica. Als volwassene zoeken we naar een reden of een functionaliteit. Of erger nog, een excuus. Kinderen hebben dat helemaal niet nodig. Waarom? Omdat het leuk is.
En trouwens die redenen die we verzinnen; de helft van de tijd bestaan die helemaal niet. Volgens Robert Sapolsky, die briljante neurowetenschapper met die wijze tovenaarsbaard, is het allemaal een illusie.
Sapolsky beweert dat wat wij beschouwen als vrije wil, eigenlijk het resultaat is van een complex samenspel van genen, hersenchemie, opvoeding, en zelfs de bacteriën in je darmen. Die extra portie yoghurt die je vanochtend hebt gegeten? Misschien heeft die wel bepaald dat je vandaag zou besluiten om dit berichtje te lezen in plaats van het weerbericht op te zoeken.
Robert Sapolsky laat ons zien dat elke actie, elke gedachte, en zelfs elke impuls die we hebben, het product is van een kettingreactie van oorzaken en gevolgen.
Dus de volgende keer dat je jezelf een schouderklopje geeft voor het nemen van een ‘vrije’ beslissing, bedenk dan dat je misschien gewoon de hoofdpersoon bent in een script dat al lang geleden is geschreven door de genen, neuronen en microben in je lichaam.
Mijn beslissing om een foto te maken komt voort uit de vraag van de dochter. Haar beweegreden om een foto te vragen: omdat het leuk is. Dat zou wat mij betreft wel vaker de beweegreden mogen zijn van onze acties.
Dus, Octootje:
