Jan en Mark

Het was maandagochtend 11:00. Thuiswerkdag. Het is volgende week alweer juli, dus het collegejaar loopt op zijn eind. Ik was op zolder afstudeerscripties aan het doornemen toen de bel ging. Raar. Ik verwachtte niemand. Glazenwasser? Die komt meestal aan het begin van de maand. Collecte dan, zo vroeg op de dag al? Vanaf de trap zag ik door het raampje van de deur een man staan van een jaar of vijftig, iets ouder misschien, ruitjesoverhemd. Energie contract, dacht ik, maar wees de gedachte meteen weer van de hand. Dat zijn tegenwoordig allemaal studenten in roze jassen. Misschien een buurtpetitie tegen de halal slagerij aan de overkant. Die neemt zo langzamerhand groothandelvormen aan en ons jarendertigstraatje is eigenlijk niet opgewassen tegen het vrachtverkeer dat runder- en schapenkarkassen komt afleveren. Steeds meer buren mopperen erover. Ook over de slager zelf, die in zijn pauze staat te roken voor de deur, met dezelfde handschoenen aan die hij later weer gebruikt om het vlees te snijden.

Ik open de deur.

‘Goedemorgen!’ zegt de man vrolijk. ‘Ik ben Jan. Dit is Mark.’

Hij wijst op een iets oudere man met wild wit Einsteinhaar die achter hem staat. Mark knikt vriendelijk.

Ik kijk ze afwachtend aan, het klinkt alsof er nog iets moet volgen. Wat komen ze doen? Wat is hun doel? Jan blijft onverminderd stralen.

‘Jan en Mark aan de deur! Storen we? Wat was u aan het doen?’

‘Eh, aan het werk.’

Jan knikt instemmend, alsof dat het enige juiste antwoord was. ‘Dat horen we vaker.’

Twee glimlachende mensen aan de deur, met documentatie, overdreven vriendelijk. Al jaren niet meer gezien, maar meteen onmiskenbaar: Jehova getuigen.

Alsof om mijn conclusie te bekrachtigen, vraagt Jan: ‘Bent u bekend met de inhoud van de bijbel?’

Bingo. Ik moet aan Rob van Essen denken en zijn boek Ik kom hier nog op terug waarin Jehova getuigen aan de deur komen en de verteller, als klein jongetje nog, hen gaat volgen door de buurt. Op een afstandje. Hoe zou het zijn om deze mannen te volgen door mijn straat? Hoe zou de buurvrouw op hen reageren of de man op nummer vijf, die altijd woest wordt als er een bal in zijn tuin belandt? Wie zou de deur in hun gezicht dichtgooien? Wie zou door hen bekeerd worden? Hoeveel wachttorens zouden uit beleefdheid aangenomen worden om direct naar het oudpapier verwezen te worden? Zou Jan zijn voet tussen de deur wringen als mensen hem wegwuiven? Of Mark? Ik maak me opeens zorgen en doe zelf een stap naar voren, om Jan de pas af te snijden mocht hij het in zijn hoofd halen. Mark ziet het als een uitnodiging en waar hij eerder nog halverwege het tuinpad bleef hangen, alsof hij zelf maar half betrokken was bij deze missie, komt hij nu naast Jan staan. Die trekt foldermateriaal tevoorschijn.

Ik schud mijn hoofd. ‘Nee, dank je.’

Jan kijkt me stralend aan alsof dat wederom het enige juiste antwoord was.

‘Ik bedoel, ja ik ken de bijbel, maar nee tegen de folders.’

Ik ben rooms-katholiek opgevoed en nota bene misdienaar geweest in een vorig millennium. Ik kan Jan en Mark zelf nog wel wat over de bijbel vertellen, al ben ik dan al decennia geleden van mijn geloof gevallen, zoals dat hoort als je katholiek bent. Was.

‘Wilt u een kaartje?’ vraagt Jan nog en trekt het al tevoorschijn. Een Jehovagetuige-visitekaartje? Die kende ik nog niet. Ik schud mijn hoofd.

‘Ik moet weer aan het werk. Succes met het bekeren van de buren.’

Jan fronst, maar Mark moet lachen. Achter hen valt bij de slager met veel kabaal een rek om dat net wordt uitgeladen. Vier schapenkarkassen liggen op straat. Terwijl de Jehova’s omkijken, sluit ik zachtjes de deur. Geen kans op een voetje ertussen.

Terug op zolder kijk ik uit het dakraam of Ik Jan en Mark nog zie, maar ze zijn alweer verder gelopen. Aan de overkant van de straat zijn de schapen weer opgeraapt en worden bij de slager naar binnen gereden alsof er niets aan de hand is. Waarschijnlijk staan Jan en Mark nu bij de buurvrouw. Ik denk weer aan Rob van Essen en de Jehova getuigen in zijn verhaal die steeds hetzelfde stukje opvoerden. Zouden deze mannen dat ook doen? Jan en Mark voor de deur! Om daarachter te komen zou ik ze toch moeten volgen, maar daar begin ik niet aan. Dat soort dingen gebeurt alleen in boeken.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *