‘Op wie zal ik eens gaan stemmen?’ vraag ik me hardop af.
Dochter van zeven: ‘Weet je dat niet? Het is vandaag, hè? Als ik mocht stemmen dan wist ik het wel.’
‘Partij voor de Dieren,’ zeggen we in koor.
Als de kinderen mochten stemmen, zou de Partij voor de Dieren een klinkende overwinning halen, zoveel is zeker. Alleen één probleempje: die partij hebben we niet in onze gemeente.
De afgelopen week heb ik een paar keer een stemwijzer ingevuld om te bepalen waar mijn stem in de gemeente heen moet. Dat hielp niet want mijn mening is kennelijk zo afwijkend dat ik met een geodriehoek moet nameten welke van de partijen die allemaal zo’n beetje in het midden van het kieskompas dobberen daar het dichtstbij ligt.
Acht jaar geleden nam ik de kinderen mee toen ik ging stemmen voor de gemeenteraadsverkiezingen. Vier man sterk (de dochter van zeven was er nog niet), liepen we het buurthuis binnen.
De meneer van het stembureau: ‘Ojee! De inspectie!’
De dochter van toen-nog-twee: ‘Nee, wij zijn niet de speksie!’
‘Oh gelukkig! Komen jullie stemmen dan?’
De zoon van-toen-ook-nog-twee: ‘Ja! op oma!’
De meneer van het stembureau: ‘Tja, daar gaat je stemgeheim.’
Niet dat oma meedeed aan de gemeenteraadsverkiezingen. Ze woont niet eens in dezelfde gemeente. Oma is gewoon de gouden standaard voor de kinderen. Als ze met de telefoon spelen: wie ga je bellen dan? Oma. Weet je wie er straks langskomt? Oma. Wie is de liefste van het heelal? Oma.
Als oma zou meedoen aan de verkiezingen, zou haar partij een klinkende overwinning behalen. Mits het de Partij voor de Dieren was natuurlijk. Maar oma doet niet mee aan de gemeenteraadsverkiezingen, laat staan in onze gemeente. Dat maakt de keus er niet gemakkelijker op.
De afgelopen weken hebben we een flink aantal posters opgeplakt zien worden met hoofden er op. Ook hebben we heel wat flyers in de bus gehad. Onder meer een glossy flyer van PvdA/GroenLinks, waarvan we alleen maar kunnen hopen dat die chloorvrij gebleekt was. Wat vinden we en wat willen we? Prachtig allemaal, maar hoe gaan we het doen? Geen woord.
De andere partijen niet anders hoor. Zoals gezegd: ze dobberen allemaal gezellig om de roos van de schietschijf. Het bekrachtigt weer het vermoeden dat het allemaal niet uitmaakt wat je als kiezer kiest, het netto resultaat zal wel hetzelfde zijn. Het gevoel wordt nog versterkt door de stembus, die letterlijk een afvalcontainer is met een sleuf erin, alsof je je stem weggooit.
Maar van de andere kant bekeken: is het nou zo erg? First world problems. Als alle partijen hetzelfde willen, hebben ze misschien allemaal de juiste problemen op het netvlies. Of, mooier nog, er zijn geen problemen. Geen echte problemen.
De jongste dochter vraagt zich af: ‘Welke partij is tegen oorlog in Oekraïne?’
‘Allemaal.’
‘Nou, dan zijn ze toch allemaal goed. Kies jij maar.’