Lees alle verhalen van kindertaal hier
Uw uitleentermijn is bijna verlopen!
De app is elke vierde zondag even behulpzaam als agressief. En op woensdagmiddag vind ik mezelf dan vaak terug met een aantal kinderen in de bieb. Een moment dat rust en intellect zou moeten uitstralen, maar voor mij meestal eindigt in een mix van verveeld rondkijken en het weerstaan van de drang om gekke dingen te doen.
De dochter van twaalf kan zichzelf compleet verliezen in de boeken. De bieb is haar natuurlijke habitat. Ze duikt erin en kan uren wegblijven.
Maar dan is er ook nog de dochter van tien, die ietwat het tegenovergestelde is. Binnen vijf minuten heeft ze drie boeken opgepakt (stripboeken), wat gemompeld over hoe saai het is en met grote puppy-ogen vraagt ze: ‘Pap, kunnen we nu een ijsje halen?’
Ik wijs naar haar zus, diep verzonken in een boek, en zeg dat we nog even moeten wachten. Haar zuchten vullen de hele ruimte.

Ze begint dan maar haar eigen entertainment te zoeken. Eerst sleept ze de knuffels van de leeshoek naar het midden van de ruimte en stelt ze op in lezende posities, een stille protestactie tegen het wachten. Vervolgens besluit ze tegen zichzelf te gaan schaken. De stukken gaan zonder enige logica over het bord, en na een paar minuten verklaart ze zichzelf schaakmat. Dan begint ze een levensgroot kaartenhuis te bouwen van Jan Jans en de Kinderen strips. Ik zou er iets van zeggen, maar er is geen ziel die er last van heeft – op een paar bejaarden na, die om de beurt stoelen een aangrenzende ruimte binnen slepen.
‘Als je nu even naar die kamer loopt en heel hard roept: “Wat is hier helemaal aan de hand?”, dan krijg je een euro.’
De dochter van twaalf kijkt op.
‘Pap, echt niet.’
‘Oké, twee euro als je zegt: “Waar zijn jullie in vredesnaam mee bezig?”‘
Haar lippen krullen omhoog, maar ze houdt zich in. Er schuifelt weer een dame langs met een krukje.
‘Vijf euro als je naar binnen loopt en zegt: “Jullie zullen je wel afvragen waarom ik jullie hier bij elkaar geroepen heb.”‘
De dochter van twaalf grinnikt, terwijl haar jongere zus om het hoekje naar binnen gluurt.
‘Ok,’ zeg ik, ‘Tien euro als je roept “Nu allemaal eruit! Geen samenscholingen van meer dan vier!”‘
‘Pap, doe normaal!’
Ondertussen is de dochter van tien klaar met subtiele hints en maakt radslagen tusssen de B en C-boeken tot eindelijk de dochter van twaalf ook klaar is en na very careful consideration haar selectie gemaakt heeft: dezelfde Marcel van Driel boeken als altijd.
‘Ijsje!’ juicht de dochter van tien.
En even later staan we in de ijssalon die zich strategisch naast de bieb bevindt.
‘Twee bolletjes. Chocola en witte chocola.’
‘En ik wil smurfenijs en pistache!’
Ik sla een keertje over, voordat ik echt de man van duizend kilo ben. Ik staar uit het raam en probeer nog steeds te begrijpen wat die bejaarden met al die stoelen van plan waren.